‘Semiotiek bestudeert de betekenis van tekens en het proces
van betekenisgeving. Niet alleen tekens in taal of beeld, maar in principe in
alles om ons heen. De semiotische theorieën bieden een methode om te analyseren
hoe betekenis van visuele of andere informatie tot stand komt’. Zo begint het
hoofdstuk ‘Semiotiek’ in het boek Beeldtaal. In deze blogpost wil ik jullie
laten kennis maken met Semiotiek.
Semiotici noemen elementen die betekenis dragen ‘tekens’.
Eigenlijk bestaat alles om ons heen uit tekens. Kijk maar eens goed rond. Zelfs
geluid is een voorbeeld van een teken. We weten namelijk allemaal dat op de
eerste maandag van de maand het luchtalarm klinkt. Een voorwaarden van een
‘teken zijn’ is dat het waarneembaar is en iets vertegenwoordigd. Letters
vertegenwoordigen klank, en beelden dat wat is afgebeeld.
Code en conventies
Om een teken pas echt te begrijpen moeten de code kennen. Onder
deze code verstaan we het spreken van de taal, de letters kunnen lezen en op de
hoogte zijn van de conventies. Een van de grondleggers van de semiotiek is de
Amerikaan Charles Sanders Peirce. We gaan pas actief tot betekenisgeven over,
wanneer we geconfronteerd worden met iets wat onze nieuwsgierigheid wekt.
Context en
aanwijzingen
De plaats, omgeving of context van het teken geeft aan in
welke richting we de betekenis moeten zoeken.
Combinaties met
andere tekens
Tekens krijgen vaak hun belangrijkste betekenissen door de
combinaties met andere tekens. En door hun al dan niet expliciete relaties met
tegengestelde tekens (Van Zoonen 2005). Combinaties gaan meestal via codes of
conventies. De semiotiek gaat er vanuit dat betekenissen voor een deel via
tegenstellingen tot stand komen.
Interpretatie
Als een teken waarneembaar is, kan het leiden tot
interpretatie. Het teken verwijst niet alleen naar het object, maar doet er ook
een uitspraak over.
Drie soorten tekens
volgens Peirce
Daar heb je hem weer, de Amerikaan Charles Sanders Peirce.
Deze Amerikaan heeft het onderscheid tussen drie typen relaties tussen een
teken en dat waar het teken naar verwijst gemaakt. De drie soorten tekens zijn:
iconische tekens, indexicale tekens en symbolische tekens. De afspraken die je
moet kennen met betrekking tot deze tekens zijn:
- Iconische relaties kunnen
eenvoudig worden begrepen op basis van uiterlijke gelijkenis.
- Indexicale relaties kunnen
worden afgeleid en zijn gerelateerd aan ervaring.
- Symbolische relaties
berusten op afspraken.
Hieronder leg ik de drie tekens een voor een uit.
Iconische tekens
Een teken is iconisch als het gelijkenis vertoont met iets
anders. Wat je ziet, lijkt heel erg op wat er is afgebeeld. Iconische tekens
zijn daardoor breed en makkelijk toegankelijk. Een voorbeeld is dat een vrij eenvoudige vorm van een pictogram wordt wel gezien als woonerf.
Indexicale tekens
Een teken wordt indexicaal genoemd als het een belangrijk
verwantschap vertoont met het object, zonder er op te lijken. Het klinkt
ingewikkeld, maar een goed voorbeeld is dat we rook associëren met vuur. In het voorbeeld hieronder zie je een sprinkhaan, die je associeert met geluid en muziek.
Symbolische tekens
Een symbolisch teken is gebaseerd op afspraken, regels of
gewoontes. Het teken staat symbool voor het object, zoals het teken van het
Rode Kruis. In de afbeelding hieronder zie je een ander kruis. Iedereen weet dat het kruis staat voor de Christelijke kerk.
Betekenislagen: de
theorie van Barthes
De semiotiek heeft nog een tweede onderscheid dat door veel
communicatiespecialisten wordt gebruikt, namelijk de gelaagde betekenis. Roland
Barthes is het brein achter deze theorie. Hij gelooft dat tekens op twee niveaus een betekenis
krijgen, namelijk op denotief en connotief nivueau. Denotatie heeft betrekking
op de letterlijke betekenis en
connotatie heeft betrekking op de subjectieve betekenis. Dit kun je weer onderverdelen in primaire en secundaire
denotatie en connotatie.
Wie heeft gelijk:
Barthes of Peirce?
Twee theorieën dan zou je denken dat er toch een van de twee
gelijk heeft? Barthes beschrijft een psychologisch proces, een proces dat
plaatsvindt in het hoofd van het publiek, dus in het hoofd van jou en mij.
Peirce beschrijft de wijze waarop een teken naar een object verwijst. In welke
theorie kun jij je het beste vinden?
Wat hebben we nou
eigenlijk aan deze wetenschap?
Wat we nou eigenlijk aan deze wetenschap hebben is makkelijk
uit te leggen in 6 punten:
- Semiotische begrippen
geven je een instrument om te praten over het proces van begrijpen en
betekenis van beeld.
- Door de driedeling van
Peirce zien we dat voor symbolische betekenis de meeste kennis nodig is.
- Als je je eigen doelgroep
niet kent, kun je bij het maken van beeldtaal het beste kiezen voor een
teken waar het minste kennis voor nodig is en de betekenis op een laag
niveau gecodeerd is.
- Met dan aan de vierdeling
van Barthes neemt de mate van het effect van beeld af en stijgt het
betekenisniveau.
- Dankzij Barthes weet je ook dat je een
diepe indruk kunt maken door de doelgroep op een hoger niveau aan te
spreken, zodat de doelgroep het gevoel heeft dat de boodschap echt voor
hen bedoelt is.
- De context waarin een
teken wordt waargenomen beïnvloed waarneming, ervaring en afspraken, waardoor
ook bepaalde betekenissen kunnen worden beïnvloed.
Recept voor een
semiotische analyse
In het boek Beeldtaal staat een heel mooi recept van
een semiotische analyse die ik graag met jullie wil delen. Je moet alleen nog
wel voor jezelf bepalen of je het met de theorie van Peirce of Barthes wilt
doen:
- Benoem de tekens
a. Welke
onderdelen van het beeld verassen of verwarren je? Welke onderdelen geven de
indruk belangrijk te zijn?
b. Valt
je iets op aan de samenhang van deze onderdelen (tekens)? Benoem de samenhang:
groeperingen, spiegelingen en in het bijzonder tegenstellingen. Gebruik hier de
Gestaltwetten.
- Bepaal of je liever het
middel van Peirce of dat van Barthes gebruikt.
a. Kies
voor Peirce als je alleen (of vooral) wilt weten of de informatie van de tekens
bij je doelgroep zal overkomen. Bij een keuze voor Peirce: In welke relatie
staan de tekens tot het object waarnaar ze verwijzen (iconisch, indexicaal of
symbolisch)?
b. Kies
voor Barthes als je belang hecht aan de gelaagheid van de betekenis, de opinies
en gevoelens die via het geheel van het beeld zullen worden overgebracht. Bij een
keuze voor Barthes: Benoem de niveaus van betekenis:
·
Geef aan welke tekens je herkent op basis van
eenvoudige herkenning van objectieve kenmerken (primaire denotatie).
·
Geef aan welke tekens je herkent op basis van
gedeelde kennis (secundaire denotatie).
·
Welke tekens verwijzen naar waarden en begrippen
van een cultuur of sociale groep (primaire connotatie).
·
Welke tekens geven aanleiding of ruimte voor
persoonlijke waardering (secundaire connotatie).
- Maak een interpretatie:
- Beschrijf wat volgens jou
de betekenis is van de gekozen tekens, elk op zich (1a).
- Beschrijf de samenhang
van de betekenissen van de gekozen tekens en zorg ervoor dat deze parallel
loopt met de beschreven samenhang in 1b.
- Wanneer de verschillende
onderdelen zich niet lijken te lenen voor een sluitende interpretatie,
geef dan voorrang aan de betekenissen die de meesten mensen (of, als je
dat weet, de meeste van je doelgroep) zullen geven. Denotatie gaat voor
connotatie, en iconisch en indexicaal gaat doorgaans voor symbolisch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten